De Amerikaanse tijdritkampioen sprak over zijn debuut bij Deceuninck – Quick-Step en natuurlijk over de pandemie die het wielrennen plat heeft gelegd

Hallo allemaal!

Alles goed goed hier in Georgia. De restricties zijn hier wat minder streng dan in delen van Europa. We mogen nog wel buiten zijn. Het leven gaat op een bepaalde manier zijn gangetje. Het is wel rustig op de weg, al zijn er wel veel mensen aan het wandelen met het mooie weer. De winkels zijn wel dicht.

Ik zat in Griekenland toen er dingen in de Verenigde Staten begonnen te spelen. Er werd gesproken over het sluiten van vliegvelden en dat er geen mensen meer in of uit mochten. Alvaro en ik wilden niet vast komen te zitten in Europa toen we zagen dat het alsmaar slechter werd. We zagen veel vluchten geannuleerd worden en hebben toen met het team gesproken dat we graag terug wilden gaan. Een dag later ben ik van Athene naar Heathrow gevlogen en vanaf daar naar Atlanta. Nu ik thuis ben kan ik mijn normale trainingsprogramma afwerken.

Het is wel raar om zonder doelen te werken. We weten gewoon niet wanneer we weer mogen koersen en wat ons programma gaat zijn. Ik ben dankbaar dat ik lekker buiten kan zijn op mijn fiets, want ik ben er mij van bewust dat sommige mensen verplicht binnen moeten blijven.

Griekenland was een nieuwe ervaring voor mij. Ik wist niet wat ik ervan kon verwachten, maar het was echt goed. We verbleven in een klein hotel en aten samen met de familie die het hotel runde. Het eten was echt goed en ze zorgden fantastisch voor ons. De omgeving was erg mooi en eigenlijk wilden we daar nog wel even blijven. Met Alvaro, Pieter, João, Andrea en Davide hadden we een mix van renners en nationaliteiten, de sfeer was echter prima.

Dit jaar wilde ik goed integreren en leren, maar desondanks was ik wel nerveus om iedereen te ontmoeten op het eerste trainingskamp. Elke keer gaat dat beter en beter en langzaam vind ik mijn plek in de ploeg. Ik heb samen met Brandon McNulty wat tijd doorgebracht in Girona om te trainen en te wennen aan Europa.

Voor de onverwachte pauze reed ik La Provence, Ardèche, Drôme Classic en GP Monseré. Ik heb echt van de koersen genoten en veel geleerd in elke koers. De eerste keer toen ik bij de koers arriveerde en in de ploegbus ging, was ik best wel nerveus. Ik probeerde alle details zo goed mogelijk te onthouden en mijn taak zo goed mogelijk uit te voeren. In de koers was het niet anders. Ik wist niet direct was ik moest verwachten en hoe alles werkte, maar wanneer je op je fiets stapt en begint de koersen valt dat op zijn plek. De intensiteit in de Europese koersen is zeker hoger. Het scheelt ook enorm of je voor een Amerikaanse ploeg fietst of voor Deceuninck – Quick-Step. Deze ploeg heeft aanzien en dat merk je wanneer je door het peloton beweegt. Je krijgt net iets sneller ruimte, maar toch blijft het zwaar. Het is ook raar om niet alleen Amerikaanse stemmen te horen, je hoort van alles door elkaar. Daar ga ik vast wel aan wennen.

Het is lastig voorspellen wanneer we weer kunnen koersen. Dat is een beetje frustrerend, maar wat er nu gebeurd is veel groter dan ons allemaal en zeker groter dan mij. Het is iets dat we nog nooit meegemaakt hebben, een uitdaging voor de hele wereld. Het is dus eigenlijk stom van mij om te zeggen dat ik wat gefrustreerd ben over het feit dat ik niet kan koersen. Ik kijk er zeker wel naar uit om mijn ploegmaats opnieuw te zien, wanneer dat dan ook zal zijn.

Photo credit: ©Luc Claesen / Getty Images

Gerelateerde items

Garrison toont Wolfpack spirit in Provence

Garrison toont Wolfpack spirit in Provence

16/02/2020 - Race report
Link