Na een aanval in de finale en met veel panache eigende de Fransman zich het gele kleinood opnieuw toe.
Julian Alaphilippe maakte zijn reputatie als een van de spectaculairste renners van het peloton nog maar eens waar in de 8e etappe van de Tour. In de rit van Mâcon naar Saint-Étienne moesten de renners 7 geclassificeerde klimmen overwinnen, goed voor 3800 hoogtemeters.
“Ik had niks te verliezen, voelde me goed en viel aan. Het doel was om de gele trui terug te pakken en dat lukte. Het was geweldig de gele trui drie dagen te mogen dragen, maar het wordt nog specialer om die morgen tijdens de nationale feestdag om mijn schouders te hebben”, sprak Alaphilippe direct na de aankomst.
Alaphilippe trok door op het stuk van 14% op de Côte de La Jaillère. Hij loste iedereen, behalve landgenoot Thibaut Pinot (Groupama-FDJ). Op de top veroverde Alaphilippe vijf bonificatieseconden. Het Franse duo werkte goed samen en sloeg direct een kloof van 10 seconden. Voor hen reed nog de enig overgebleven vluchter Thomas De Gendt (Soudal-Lotto), die uiteindelijk de ritzege zou pakken. Alaphilippe en Pinot bleven ook uit de kluwen van het achtervolgende pelotonnetje, zodat de Deceuninck – Quick-Step renner opnieuw het geel mocht aantrekken.
“Het was een fantastische finale! Ik was de hele dag gefocust en bleef telkens vooraan in het peloton. Toen ik voelde dat het moment daar was, viel ik aan. Thibaut kon mee, de ideale vluchtmakker op dit moment. We zaten beide in een situatie waar we voordeel uit konden halen. We stelden geen vragen en bleven alles geven. Ik weet zeker dat het Franse publiek deze actie op waarde kan schatten. Ik kijk er naar uit om zondag weer in de gele trui te rijden!”, sloot Alaphilippe het verhaal af.
Julian Alaphilippe 
