De Fransman was een van de meest actieve renners in de zware 187 kilometer lange koers.
Gravel, korte heuvels en kasseien; Dwars door het Hageland had het allemaal. Deceuninck – Quick-Step was vanaf kilometer 0 in beeld tijdens de achtervolging op een kopgroep van 6 renners. Die groep kreeg slechts een minuut voorsprong, maar het duurde tot 66 kilometer van de finish voordat de koplopers werden ingerekend.
Deceuninck – Quick-Step bleef attent vooraan en haalde enkele nieuwe vluchtgroepen terug. Jannik Steimle sprong vervolgens mee in een groep van 17 renners. Zij pakten snel een voorsprong van 35 seconden. Ondertussen probeerde Florian Sénéchal de oversteek te maken, maar hij werd snel terug gehaald. Vooraan begonnen de koplopers goed samen te werken. Steimle maakte een sterke indruk en trok de groep enkele malen op het lint op de gravelstroken.
Na een speldenprik van twee renners vooraan ontstond er een beetje vertwijfeling bij de achtervolgers. Daardoor liepen de koplopers snel uit naar 20 seconden; een gat dat niet meer overbrugbaar was voor de achtervolging. Deceuninck – Quick-Step verloor door een lekke band Zdenek Stybar diep in de finale, desondanks bleef de ploeg toch hard achtervolgen in de jacht op de twee koplopers. Dat lukte uiteindelijk niet; Jonas Rickaert (Alpecin-Fenix) greep de zege.
Sénéchal trok op de Diest Citadel nog in het tegenoffensief en kwam als vierde over de streep. De Fransman hield daar een nare nasmaak aan over. “Ik voelde me sterk vandaag, dus ik viel vroeg aan. De renners die aansloten wilden niet meewerken, dus werden we snel ingerekend. De ploeg zette daarna de achtervolging nog stevig in, maar kwamen te kort ondanks deze stevige inspanning. Ik ben wat teleurgesteld, want ik had goed benen vandaag. Toch was deze koers ook goed voor het vertrouwen.”
Photo credit: ©Luc Claessen / Getty Images
