Mark Cavendish blijft in het groen na een nieuwe zware dag door de bergen.
De tweede week van deze Tour de France eindigde met een zware dag door de Pyreneeën richting Andorra. Een groep van 32 renners trok op avontuur. Deceuninck – Quick-Step was met Julian Alaphilippe en Davide Ballerini vooraan vertegenwoordigd. De voorsprong van de koplopers liep op tot 10 minuten.
De kopgroep viel dichtbij de top van de Envalira uit elkaar, maar in de afdaling richting Col de Beixalis kwam alles weer bij elkaar. Op die klim volgden een reeks aan versnellingen. Op 5 kilometer van de top ontsnapte Sepp Kuss (Jumbo-Visma). Hij hield in de resterende kilometers naar Andorra-la-Vella stand en won de rit. Alaphilippe kwam als twaalfde over de meet.
“Ik wilde vandaag vooraan zitten en daar slaagde ik in. Ballero deed vandaag fantastisch werk voor mij, hij was erg sterk. Ik ken de laatste klim en hoopte op een goed resultaat, maar de benen waren niet zo sterk en ik had niet de energie om de aanvallers te volgen. Ik kijk nu uit naar de rustdag om te herstellen voor de laatste ritten van deze koers”, aldus Julian.
Mark Cavendish kwam opnieuw op tijd binnen met hulp van ploegmaats Tim Declercq, Dries Devenyns en Michael Mørkøv. De Brit behield zo zijn groene trui. “We wisten dat het lastig werd. Ik focuste mij er op om te blijven gaan en aan te haken. Ik had wel heel veel geluk dat ik die drie jongens bij mij had. Het was compleet afzien en ik was helemaal leeg op de laatste klim, maar we wisten dat we binnen de tijdslimiet zaten en konden het iets rustiger aan doen. Ik ben blij dat dit achter de rug is en iedereen veilig binnen is. Ik kijk uit naar maandag en daarna de slotweek”, aldus Cavendish na de rit.
Photo credit: ©Tim De Waele / Getty Images
Julian Alaphilippe 
